Vakbeurs Mobiliteit: denken én doen!

19 december 2019

Fraaie vergezichten en briljante plannen voldoende, maar hoe zorg je ervoor dat innovaties ook echt ‘op straat’ in de stad belanden? Die vraag stond op 27 november centraal bij de opening van de Vakbeurs Mobiliteit tijdens de themabijeenkomst ‘Slim, veilig en duurzaam: denken én doen’ van het ministerie van IenW.

Dagvoorzitter Joost Hoebink trapte de themabijeenkomst in Houten af met een interview met Hamit Karakus. De voormalig wethouder van de gemeente Rotterdam is nu algemeen directeur van Platform31, een kennis- en netwerkorganisatie die stedelijke en regionale vraagstukken onderzoekt en in de praktijk brengt. Dat doet Platform31 samen met ministerie en provincies, brancheorganisaties, bouwers en ontwikkelaars.

Karakus schetste de ontwikkeling van krimpgebieden en tegelijkertijd de trek naar steden. Door de toenemende druk op ruimte dreigen binnensteden (‘in Rotterdam wordt 51 procent van de ruimte ingenomen door auto’s’) langzamerhand ‘onbetaalbaar’ te worden. Daardoor ontstaat een trek naar de randen van de stad, met een toenemende vraag naar mobiliteit, aldus Karakus: ‘Neem het centrum van Amsterdam. Wonen in de binnenstad is voor een zeer beperkte doelgroep bereikbaar, zodat bewoners naar de tweede of derde ring worden gedwongen. Maar die mensen willen wel werken in de binnenstad. En dat zie je terug in kilometers en congestie.'

Volgens Karakus is het een denkfout om die ontwikkelingen alleen vanuit mobiliteit te benaderen, ze hebben immers ook grote gevolgen voor de economie, het sociale leven en de strijd tegen klimaatverandering. ‘Je kunt bijvoorbeeld niet de hele binnenstad autovrij maken als er nog geen alternatieven zijn. Het fors verlagen van parkeernormen om ruimte vrij te maken voor 1 miljoen nieuwe woningen (waarvan de helft in de binnensteden is geprogrammeerd) wordt mogelijk als er een breed pallet van nieuwe mobiliteitsdiensten beschikbaar is.’

Hans Teuben nam namens Capgemini Invent het stokje over met een informatieve presentatie over de kwantitatieve ontwikkeling van slimme en duurzame mobiliteit. Hij kreeg de lachers in de zaal op zijn hand door de fase waarin het werkveld van smart mobility zich op dit moment bevindt, te vergelijken met de vroege puberteit en vooral met puberseks: ‘Iedereen praat erover, weinigen doen het al en maar een heel klein deel is er ook echt goed in. Dat u ‘t weet.’

Volgens Teuben moet mobiliteit altijd passen bij de doelen van de stad en draait het daarbij om vier pijlers: leefkwaliteit, duurzaamheid, economie en resilience (veerkracht). Op het gebied van smart mobility ziet hij vijf hoofdtrends: ‘shared’, ‘electric zero emission’, ‘connected’, ‘autonomous’ en ‘multimodal’. Onze manier van reizen zal de komende tien jaar revolutionair veranderen, ook omdat steeds meer niet-automotive partijen, zoals Google, zich met mobiliteit bemoeien.

Volgens Teuben worden trends als ‘ecosysteem in plaats van egosysteem’ en ‘coöpetitie in plaats van competitie’ de komende jaren steeds meer zichtbaar. ‘Die ontwikkeling, met de koppeling of integratie tussen publieke en private netwerken, is al gaande. Kijk maar naar Rotterdam waar Pon de MaaS-pilot heeft gewonnen.’

Beleving

Teuben sprak verder waarschuwende woorden over de voorspelde ‘modal shift’. ‘De vraag wat echt impact heeft op ander reisgedrag, zit veel in ‘beleving’.’ En dat begrip is moeilijk te vangen, stelde Teuben. ‘Wij zijn altijd heel goed in het beoordelen wat anderen zouden moeten doen: ‘Het is heel verstandig als jij voortaan anders gaat reizen, bijvoorbeeld de fiets pakt’. En misschien ben je dat ook van plan. Maar als het ’s ochtends regent, kies je dan inderdaad voor de fiets of toch voor de auto?’

Volgens Teuben is het daarom ook heel belangrijk om goed na te denken over faciliteiten en aankleding van ‘mobility hubs’. ‘In de zomer kan het er prachtig groen uitzien, maar is het in de winter bij slecht weer aantrekkelijk genoeg om mensen te verleiden er dan ook gebruik van te maken?’’

De presentatie van Teuben werd gevolgd door een vragenronde, waarbij onder meer dynamische beprijzing, de forse verschillen tussen diverse mondiale regio’s en het reiscomfort aan de orde kwamen. Teuben eindigde zijn betoog met zijn constatering dat hij steeds meer goede voorbeelden van harmonisering en samenwerking ziet. ‘Schaalvergroting is nodig. Kijk naar Amsterdam, dat veel heeft geïnvesteerd in goed overleg met de zeventien omringende gemeenten.’ Daarmee verlies je misschien wat op het gebied van snelle besluitvorming, maar je wint er veel meer mee vanwege de schaalgrootte en breed gedragen besluiten.

Podcast

Nog meer interactie met de zaal kwam er bij het laatste programma-onderdeel van de themabijeenkomst. Mobiliteitsexperts Geert Kloppenburg en Carin ten Hage, onder andere bekend van BNR, de podcast-serie over MaaS en Topsector Logistiek, namen de aanwezigen mee in de totstandkoming van een ‘live podcast’. Daarbij stonden twee vragen aan alle aanwezigen centraal: hoe maak je de mooie slimme mobiliteitsplannen concreet voor jezelf, maar ook: wat is jouw eigen rol?

In interviewvorm gingen Kloppenburg en Ten Hage vervolgens verder in op de beschikbaarheid van data (‘Als Ajax thuis speelt, moet ik dat als reiziger direct in mijn vervoersapp kunnen zien’) en de vraag hoe je het enorme aantal ‘lege stoelen’ in auto’s en OV slimmer zou kunnen benutten. Maar de belangrijkste aanbeveling volgde aan het einde: het is nu een kwestie van doen. Kloppenburg: ‘Neem de slimme stoplichten, met voorrang voor ambulances en zwaar transport, die zijn er al. Ga vooral aan de slag met de goede voorbeelden die er al zijn. Zoek elkaar op en ga vooral doen!’’

Voor Kloppenburg en Ten Hage betekende de themabijeenkomst ook een startsein: zij gingen vervolgens de beursvloer op om vanuit de stand van IenW hun live podcast verder te maken.

Publiek-privaat

Het laatste woord was voor Jan-Bert Dijkstra, programmadirecteur Mobiliteit en Gebieden van IenW. Hij sloot aan bij de aanbeveling (‘Ga het met elkaar mogelijk maken’) van Kloppenburg en Ten Hage. Dijkstra lichtte toe dat overheid en bedrijfsleven vooral verder moeten gaan waar ze al volop mee bezig zijn: ‘We hebben al fors ingezet op de publiek-private samenwerking. Eerder deze week is dat nog eens bevestigd in de MIRT-plannen met de regio’s, waar 20 miljoen euro beschikbaar is voor het op orde brengen van data. Dat betekent dat we onder meer doorgaan met smart mobility, met de uitrol van iVRI’s, maar ook vanuit het Rijk helpen om verbindingen te maken. Het betekent dus bijvoorbeeld dat niet elke stad het wiel zelf uitvindt en een eigen app ontwikkelt, maar dat je met veertig steden bij elkaar wél impact kunt hebben. De tijd dat we in totaal 600 pilots tegelijk in de lucht hadden, ligt hopelijk achter ons; meer gezamenlijk optreden en op schaal opereren is waar we bestuurlijk en ambtelijk nadrukkelijk voor kiezen.’

Na die aanbeveling trok het gezelschap naar de drukke beursvloer. Daar ondertekenden Jan-Bert Dijkstra namens IenW en Frans Backhuijs namens het SHPV (Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten, een coöperatie waar momenteel ongeveer honderd gemeenten op aangesloten zijn), een overeenkomst die (open) parkeerdata op een hoger niveau moet brengen.

Klik hier voor een sfeerimpressie van de themabijeenkomst ‘Slim, veilig en duurzaam: denken én doen’.