Verdere professionalisering van smart mobility

14 september 2020

Ruim een jaar geleden maakten minister Van Nieuwenhuizen, gedeputeerden en wethouders van de 5 grootste Nederlandse steden een afspraak: we gaan voor meer massa en impact met smart mobility. Geen losse en op zichzelf staande pilots meer, maar een samenhangende aanpak gericht op grootschalige toepassing in de praktijk, waarin beleid, werkwijzen, kennisontwikkeling en investeringen goed op elkaar aansluiten. Een bundeling van krachten dus. De afgelopen tijd zijn er grote stappen gezet.

Zo is binnen het MaaS-programma de TOMP-API ontwikkeld: een nationale standaard voor uniforme gegevensuitwisseling tussen vervoerders en aanbieders van reisapps. Hiermee wordt voorkomen dat reizigers straks een aparte app nodig hebben voor iedere vervoeraanbieder waarmee zij reizen. Voor Robin Berg, directeur van We Drive Solar, is de standaard een uitkomst: ‘Wij bieden elektrische deelauto’s aan, terwijl consumenten die van onze diensten gebruikmaken een volgende keer misschien wel een deelfiets of deelscooter willen boeken. Door ons aan te sluiten bij de TOMP-API bieden we meerwaarde voor onze klanten.’ De standaard wordt onder andere ook al in Zwitserland verplicht gesteld en gesprekken met andere buurlanden binnen Europa zijn gaande.

Overzicht in projecten autonoom rijden

Een ander voorbeeld is de overzichtskaart van verschillende tests met autonoom rijdende pods en shuttles. Daniel Koelikamp van de Provincie Groningen: ‘De kaart is enorm waardevol omdat die in één oogopslag laat zien welke projecten er al geweest zijn en welke op dit moment nog gepland staan, inclusief de belangrijkste doelen én de contactpersonen. We zijn voor de vesting Bourtange (een historisch verdedigingswerk) bezig met de voorbereidingen voor een traject met een autonome shuttle, en maken daarbij gebruik van lessen die eerder geleerd zijn bij shuttleprojecten in Capelle aan de IJssel, Drimmelen en Scheemda. Zo leren we van elkaar.’

Investeren in verkeersmanagement

De komst van slimme voertuigen waaronder ook shuttles en pods heeft een directe impact op systemen die worden ingezet voor verkeersmanagement: informatiepanelen die de route aangeven, parkeerverwijssystemen en camera- en videosystemen. Wegbeheerders moeten op dit gebied nu investeringskeuzes maken zonder precies te weten welke veranderingen de komende tijd op stapel staan, en de ontwikkelingen gaan snel. Om hen hierbij te helpen, is een redeneerlijn opgesteld. Koen Steenbakkers, omgevingsmanager bij SmartwayZ.NL maakt er al gebruik van: ‘De redeneerlijn maakt inzichtelijk welke functies we in toekomst kunnen invullen, zonder daarbij meteen aan traditionele systemen te denken. Het helpt wegbeheerders om niet vanuit de techniek te denken (‘ik heb een dynamisch route-informatiepaneel nodig’), maar vanuit de functie (‘ik wil mensen informeren’). Die vormt dan het uitgangspunt voor een eventuele investering.’

Op één plek het overzicht

Deze voorbeelden zijn slechts een greep uit de vele ontwikkelingen. Het totaaloverzicht is terug te vinden op www.dutchmobilityinnovations.com, kortweg DMI: voor velen een inmiddels bekend en vertrouwd online platform waar publieke en private professionals samenwerken aan projecten en programma's op het gebied van vernieuwende mobiliteit. Op 2 september ging Dutch Mobility Innovations in een vernieuwde vormgeving live. Met een frisse look en feel geeft deze versie een nog beter overzicht van de actualiteiten, relevante documenten en contactpersonen voor de belangrijkste thema’s. Nieuw zijn onder meer de kennisbank en de smart mobility academy. In de kennisbank worden rapporten, documenten en evaluaties van verschillende organisaties gebundeld en overzichtelijk gearchiveerd. De smart mobility academy biedt een overzicht van de verschillende opleidingen en beschikbare cursussen binnen het werkveld, waaronder bijvoorbeeld de cursus ‘Wegwijs in Smart Mobility’ van DTV consultants die op 4 december plaatsvindt.

smart mobility 1

Professionalisering in publieke samenwerking

De stappen die binnen de projecten zijn gemaakt, vloeien voort uit een verbeterde samenwerking tussen overheden. Deze is ook ingebed in bestuurlijke afspraken en overleggen. Zo is recent het Directeurenoverleg Slim (DO Slim) opgestart: een strategisch overleg waar directeuren van het ministerie van IenW en decentrale overheden samenkomen om afspraken te maken over smart mobility. Tijdens de eerste editie op 2 september werd in aanwezigheid van Pieter Litjens, directeur-bestuurder van CROW, de basis gelegd voor een vierjarige samenwerking op het gebied van kennismanagement. CROW zal de samenwerkende overheden onder meer ondersteunen bij het opstellen van een kennisagenda, het organiseren van bijeenkomsten en het inrichten van de online kennisbank.

smart mobility 2

Meer nieuwe overlegstructuren

Daarnaast zijn binnen het programma Digitalisering Overheden twee nieuwe overlegstructuren ingericht, waarover al eerder in deze Nieuwsbrief is bericht: de Regionale Data Teams (RDT) en het Landelijk Dataketen Overleg (LDKO). In de Regionale Datateams werken vertegenwoordigers van de verschillende landsdelen namens inliggende gemeenten samen aan het produceren, beschermen en beheren van data. In het Directeuren Overleg LDKO vindt de ambtelijke besturing plaats van digitalisering. In eerste instantie is dit een publiek overleg tussen de directeuren van regio’s, het ministerie van IenW, Rijkswaterstaat en de nationale dataloketten zoals de NDW. Het is de bedoeling om op termijn ook een publiek-privaat overleg organiseren.